Telwin THUNDER 220 AC HONDA 825001 - Handbuch - Seite 13

- 37 -

10. ΑΝΑΖΗΤΗΣΗ ΒΛΑΒΩΝ

ΣΕ ΠΕΡΙΠΤΩΣΗ ΑΝΙΚΑΝΟΠΟΙΗΤΙΚΗΣ ΛΕΙΤΟΥΡΓΙΑΣ ΚΑΙ

ΠΡΙΝ ΑΚΤΕΛΕΣΕΤΕ ΠΙΟ ΣΥΣΤΗΜΑΤΙΚΕΣ ΕΠΑΛΗΘΕΥΣΕΙΣ Η

ΑΠΕΥΘΥΝΘΕΙΤΕ ΣΤΟ ΚΕΝΤΡΟ ΣΥΜΠΑΡΑΣΤΑΣΗΣ ΣΑΣ ΕΛΕΓΞΤΕ

ΟΤΙ:

- Το ρεύμα συγκόλλησης να είναι κατάλληλο προς τη διάμετρο και

τον τύπο ηλεκτροδίου που χρησιμοποιείται.

- Δεν είναι αναμμένη η κίτρινη λυχνία που ειδοποιεί για την

παρέμβαση της θερμικής ασφάλειας βρακυκυκλώματος.

- Βεβαιωθείτε επίσης ότι τηρήσατε την ονομαστική σχέση

διαλείπουσας λειτουργίας. Σε περίπτωση παρέμβασης θερμικής

προστασίας περιμένετε η μοτοσυγκολλητική μηχανή να κρυώσει

φυσικά και επαληθεύστε τη λειτουργικότητα του ανεμιστήρα.

- Ελέγξτε ότι δεν υφίσταται βραχυκύκλωμα στην έξοδο της

μοτοσυγκολλητικής μηχανής: στην περίπτωση αυτή προβείτε στην

αφαίρεση του προβλήματος.

- Οι συνδέσεις του κυκλώματος συγκόλλησης πρέπει να είναι

εκτελεσμένες σωστά, ειδικά η λαβίδα του καλωδίου σώματος

πρέπει να είναι πραγματικά συνδεδεμένη στο μέταλλο και χωρίς

παρεμβολή μονωτικών υλικών (πχ. Βαφές).

Όσον αφορά την αναζήτηση βλαβών στον κινητήρα,

αναφερθείτε στο ΕΓΧΕΙΡΙΔΙΟ ΧΡΗΣΗΣ του κατασκευαστή του

κινητήρα έκρηξης.

Σε περίπτωση προβλημάτων με τον κινητήρα έκρηξης,

απευθυνθείτε στον πλησιέστερο πωλητή κινητήρων.

NL

INSTRUCTIEHANDLEIDING

OPGELET! VOORDAT MEN DE MOTORLASMACHINE

GEBRUIKT AANDACHTIG DE INSTRUCTIEHANDLEIDING VAN

DE MOTORLASMACHINE EN DIE VAN DE EXPLOSIEMOTOR

LEZEN. INDIEN MEN DIT NIET DOET KAN ER LETSEL AAN

PERSONEN OF SCHADE AAN INSTALLATIES, APPARATUUR OF

AAN DE MOTORLASMACHINE ZELF BEROKKEND WORDEN.

MOTORLASMACHINES VOOR HET MMA- LASSEN VOORZIEN

VOOR INDUSTRIEEL EN PROFESSIONEEL GEBRUIK.

Opmerking: In de tekst die volgt zal de term “motorlasmachine”

gebruikt worden.

1. ALGEMENE VEILIGHEIDSNORMEN

- De motor controleren vóór elk gebruik (zie de handleiding van

de fabrikant van de explosiemotor).

- Geen ontvlambare voorwerpen in de nabijheid van de motor

plaatsen en de motorlasmachine op minstens 1 meter afstand

van gebouwen en andere uitrustingen houden.

- De motorlasmachine niet gebruiken in ruimten met gevaar

voor ontploffingen en/of brand, in gesloten lokalen, in

aanwezigheid van vloeistoffen, gas, stof, dampen, zuren en

ontvlambare en/of explosieve elementen.

- De motor voorzien van brandstof op een goed verluchte

plaats en met een uitgeschakelde motor. De benzine is uiterst

ontvlambaar en kan ook ontploffen.

- De tank van de brandstof niet teveel vullen. In de hals van de

tank mag er geen brandstof aanwezig zijn. Controleren of de

tank goed gesloten is.

- Indien er brandstof buiten de tank gemorst wordt, goed

schoonmaken en ervoor zorgen dat de dampen verspreid zijn

voordat men de motor aanschakelt.

- Niet roken en geen niet beschermde vlammen op de plaats

brengen waar de motor van brandstof wordt voorzien of waar

de benzine bewaard wordt.

- De motor niet aanraken wanneer hij warm is. Teneinde zware

brandwonden of branden te voorkomen, moet men wachten

tot de motor afgekoeld is voordat men de motorlasmachine

vervoert of opbergt.

- De afvoergasssen bevatten koolmonoxide, een uiterst giftig

gas, reukloos en kleurloos. Vermijden dit gas in te ademen. De

motorlasmachine niet doen werken op gesloten plaatsen.

- De motorlasmachine niet meer dan 10° verticaal inclineren of

de tank zou benzine kunnen verliezen.

- Kinderen en dieren uit de buurt houden van de werkende

motorlasmachine, gezien deze warm wordt en brandwonden

en letsel kan veroorzaken.

- Leren hoe de motor snel kan uitgeschakeld worden en alle

bedieningen leren gebruiken. De motorlasmachine nooit

toevertrouwen aan personen die niet over een adequate

voorbereiding beschikken.

NORMEN VOOR DE ELEKTRISCHE VEILIGHEID

- DE MACHINE AANSLUITEN OP EEN AARDEAANSLUITING

- De elektrische energie is potentieel gevaarljk en indien ze niet

juist gebruikt wordt, kan ze elektroshocks of blikseminslag

produceren en hierbij zwaar letsel of de dood, branden

en defecten aan de elektrische apparatuur veroorzaken.

Kinderen, niet competente personen en dieren uit de buurt

van de motorlasmachine houden.

- Het is verboden en gevaarlijk de machine te verbinden met

een elektrische energie van een elektriciteitsnet van het

gebouw.

- De machine niet gebruiken in vochtige, natte ruimten of in de

regen.

- Geen kabels met een versleten isolering gebruiken en ze uit de

buurt houden van de warme gedeelten van de machine.

ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET BOOGLASSEN

De operator moet voldoende ingelicht zijn voor wat betreft het

veilig gebruik van de motorlasmachine en de risico’s verbonden

met de procedures van het booglassen, de desbetreffende

beschermingsmaatregelen en de procedures van noodgeval.

(Ook de norm “EN 60974-9 raadplegen: Apparatuur voor

booglassen. Deel 9: Installatie en gebruik”).

- Rechtstreeks contact vermijden met het circuit van het lassen;

de spanning leeg geleverd door de motorlasmachine kan

gevaarlijk zijn in sommige omstandigheden.

- De verbinding van de laskabels, de operaties van nazicht

en de herstellingen moeten uitgevoerd worden met een

uitgeschakelde motorlasmachine.

- De motorlasmachine uitschakelen voordat men de versleten

elementen van de toorts vervangt.

- De machine niet gebruiken in vochtige, natte ruimten of in de

regen.

- Geen kabels met een versleten isolering of met loszittende

aansluitingen gebruiken.

- Niet lassen op containers, bakken of leidingen die vloeibare of

gasachtige ontvlambare stoffen bevatten of hebben bevat.

- Vermijden te werken op materialen schoongemaakt met

chloridehoudende solventen of in de nabijheid van deze

stoffen.

- Niet lassen op bakken onder druk.

- Alle ontvlambare stoffen (vb. hout, papier, vodden, enz.) uit de

werkzone verwijderen.

- Zorgen voor een adequate luchtverversing of voor geschikte

middelen om de lasrook af te zuigen in de nabijheid van de

boog ; er is een systematische benadering noodzakelijk voor

de evaluatie van de limieten van blootstelling aan de lasrook

in functie van hun samenstelling, concentratie en tijdsduur

van de blootstelling zelf.

- De gasfles beschermen tegen warmtebronnen, inbegrepen de

zonnestralen (indien gebruikt).